Perfectionisme IIII – Het Imposter syndroom.

Het vast komen te zitten in klachten na een medische aandoening – wat deze ook is  – betreft een combinatie van de medische aandoening zelf en eigenschappen van de persoon. In de 30+ jaar dat ik werk zie ik vaak een combinatie van een medische aandoening en het zogenaamde ‘imposter syndroom’ waardoor mensen vast komen te zitten in hun eigen gevangenis. De klachten van de medische aandoening nemen niet af, sterker nog ze nemen periodiek soms toe en kennen geen einde. Bijna alle mensen die vast zitten in klachten tijdens mijn 30+jarige praktijk hebben een karakter wat goed is voor een carrière maar zeer slecht om te herstellen van een aandoening. Bijna allemaal vertellen ze mij dat ze hard zijn voor zichzelf – ze hebben een hoge drive – leggen de lat hoog voor zichzelf – neigen naar perfectionisme. Bijna allen schrijven goede prestaties niet toe aan zichzelf maar aan een externe factor (bijvoorbeeld geluk, toeval) en op alle gebieden goed willen presteren. Voor jonge vrouwen zie ik vaak dat ze de perfecte moeder willen zijn, goed willen zijn in hun carrière, goed willen zijn als partner en super goed willen zijn als vriendin. Teveel ballen in de lucht die allemaal perfect gespeeld moeten  worden. Moeten in plaats van mogen, ja maar in plaats van ja en, perfectionisme in plaats van passie. Dit zijn de dagelijkse gespreksonderwerpen aan mijn tafel.

Het is van belang om inzicht te krijgen in dit samenspel van factoren en de optelsom van al deze psychologische waarden noemen we het Imposter syndroom. Een term die steeds meer aandacht krijgt in de geneeskunde. Het is nog geen officiële diagnose maar vat de gevoelens en gedragingen rond perfectionisme goed weer.

Het Imposter-syndroom is een psychologisch fenomeen waarbij individuen, ondanks bewijs van hun prestaties en competenties, het gevoel hebben dat ze niet verdienen wat ze hebben bereikt. De kenmerken van het Imposter-syndroom kunnen variëren, maar hier zijn enkele veelvoorkomende aspecten: Mijn cliënten hebben vaak diepgaande twijfels over hun eigen bekwaamheid en prestaties, zelfs als er tastbaar bewijs is van hun succes. Ze zijn vaak bang om fouten te maken en zijn extreem bezorgd over mogelijke mislukkingen, wat kan leiden tot perfectionisme. In plaats van hun eigen vaardigheden en inspanningen te erkennen als de reden voor succes, schrijven mensen hun prestaties vaak toe aan geluk, toeval of andere externe factoren. Er is vaak een voortdurende angst dat anderen zullen ontdekken dat ze eigenlijk niet zo bekwaam zijn als ze lijken te zijn. Tal van mijn cliënten proberen hun zelftwijfel te compenseren door extra hard te werken, wat kan leiden tot overbelasting en stress. Ze vinden het moeilijk om complimenten en lof te accepteren, omdat ze diep van binnen geloven dat ze het niet verdienen. Ze stellen vaak onrealistisch hoge standaarden voor zichzelf en streven naar perfectie in alles wat ze doen. Uit angst om te falen, vermijden ze veelal nieuwe uitdagingen of kansen, zelfs als ze de vaardigheden en kennis hebben om ze aan te gaan.

De genoemde gedragingen en gevoelens komen voor bij alle geslachten, leeftijden en beroepen. Wanneer mensen vast zitten in klachten en daar niet uit kunnen komen zijn de beschreven gevoelens echter ernstig  en beïnvloedden ze het dagelijkse leven. Zeer specialistische coaching is dan vereist om inzicht te krijgen in het ontstaan van de gedragingen en om de gevoelens rond dit syndroom in kracht te laten afnemen waardoor de hersenen tot rust kunnen komen en het systeem kan herstellen. Mijn cliënten met kenmerken van het Imposter syndroom staan altijd aan en kennen werkelijk geen interne rust. Laatstgenoemde is echter noodzakelijk om tot herstel van welke klacht dan ook te komen.

Het is van groot belang om te erkennen dat het Imposter syndroom bij veel mensen voorkomt en herstel van aandoeningen aanzienlijk kan vertragen en zelfs verergeren. Hier zijn enkele strategieën die kunnen helpen bij het omgaan met het Imposter syndroom. Hier zijn enkele tips die ik gebruik om dit syndroom inzichtelijk te maken en om de gevoelens die hiermee samenhangen in kracht te laten afnemen. De start van begeleiding betreft de waarneming dat het een veelvoorkomend fenomeen is en dat veel mensen, vooral succesvolle mensen, hiermee te maken hebben. Mijn cliënten moeten leren om het syndroom te destigmatiseren. Deel gevoelens met vrienden, familie, collega’s of een mentor. Vaak kan het delen van gedachten en gevoelens met anderen helpen om ze te relativeren en perspectief te krijgen. Houd een ‘bewijsmap’ bij waarin je prestaties, complimenten en positieve feedback verzamelt. Wanneer je twijfelt aan jezelf, kun je hierdoor herinnerd worden aan je successen en bekwaamheden. Stel realistische doelen en breek ze op in behapbare stappen. Dit helpt om een gevoel van controle en competentie te behouden. Begrijp dat fouten maken een normaal en leerzaam onderdeel van persoonlijke en professionele groei is. Zie fouten niet als bewijs van onbekwaamheid, maar als kansen om te leren en te verbeteren. ‘Sometimes you win, sometimes you learn’. Vervang negatieve gedachten door positieve. Werk aan het ontwikkelen van een positieve interne dialoog en vermijd zelfkritiek. Zoek iemand die je kan begeleiden en ondersteunen. Deze persoon kan je helpen om je prestaties in perspectief te plaatsen en je zelfvertrouwen op te bouwen. Start gesprekken om de dieperliggende oorzaken van deze gevoelens te begrijpen en strategieën aan te leren om ermee om te gaan. Het is extreem belangrijk om te onthouden dat het Imposter syndroom een veelvoorkomend fenomeen is en dat je niet alleen bent. Het vergt tijd en bewuste inspanning om ermee om te gaan, maar met de juiste strategieën kun je je zelfvertrouwen vergroten en je gevoel van eigenwaarde versterken.

Ik denk dat het belangrijk is dat jonge mensen leren wie ze werkelijk zijn en dat doelen binnen de marge van de eigen individuele kenmerken geplaatst moeten worden. Al van jongs af aan kan geleerd worden dat succes samenhangt met je eigen vermogens en niet afhangt louter van externe factoren. Zie de successen van jezelf en niet die alleen van anderen, onderschat je eigen prestaties niet. Iedereen faalt en angst voor mislukking moet geen diepgewortelde angst zijn. Dit leidt tot zelftwijfel. Ook moeten we als samenleving eens goed analyseren onder wat voor een druk we jonge mensen plaatsen, in tal van organisaties leeft een cultuur van tijdsdruk, hoge verwachtingen en perfectionisme. Mensen met een lage zelfwaardering of weinig zelfvertrouwen lopen vast in een dergelijke cultuur en hebben moeite met het internaliseren van hun successen en geven de voorkeur aan negatieve zelfevaluaties. De eerste stap tot verdieping van angst en het ontwikkelen van een depressie.

Zoals eerder gesteld is het imposter syndroom een complex verschijnsel. Het komt veelvuldig voor bij mensen van alle achtergronden. Ik gebruik bovengenoemde strategieën om mensen met dit syndroom te leren omgaan en hun gevoelens van zelftwijfel te verminderen. In veel gevallen leidt deze aanpak tot een doorbraak tot herstel en forse afname van aanhoudende klachten. Het is een beproefde manier om tot herstel te komen.

 

  • Dr Erik Matser, klinisch neuropsycholoog.